Vieringen
Jezus sprak: “Waar twee of drie in mijn naam samenkomen, daar ben Ik in hun midden.”
Om die reden is het goed als christenen samenkomen om te bidden, te zingen, te luisteren en te vieren in Jezus’ naam. Het aantal gelovigen dat dan samenkomt is niet zo belangrijk als het maar is vanuit een gelovig hart.
De rooms-katholieke Kerk in Nederland kent vier hoofdvormen van vieren. Van oudsher zijn dat het getijdengebed en de Eucharistieviering of mis. Sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw zijn daar de Woord- en Communieviering en de Woord- en Gebedsviering bijgekomen.
Het getijdengebed kan door iedereen worden gebeden, zowel individueel als met meerdere mensen samen. Hierin kan iedereen voorgaan. Het is mogelijk om het getijdengebed op te nemen in een van de andere vieringen.
Tijdens de Eucharistieviering gedenken wij het leven, lijden, sterven en verrijzen van Christus. Alléén tijdens de Eucharistieviering worden brood en wijn, daadwerkelijk en blijvend Lichaam en Bloed van Christus. Dit gebeurt tijdens de consecratie: het moment dat een priester Jezus’ woorden tijdens het Laatste Avondmaal herhaalt. Voor een Eucharistieviering of mis is dus een priester nodig.
Het is niet altijd mogelijk dat een priester voorgaat; op dat moment zal een diaken, pastoraal werker of een van de gelovigen voorgaan. Er is dan geen Eucharistieviering of mis maar een Woord- en Communieviering of een Woord- en Gebedsviering.
Tijdens een Woord- en Communieviering worden de geconsacreerde hosties uit het tabernakel op het altaar geplaatst en gaan de aanwezigen vóór het communiegebed ter communie. Het is dus noodzakelijk dat er een tabernakel is in de ruimte van samenkomst.
Bij een Woord- en Gebedsviering is er geen consecratie en geen communie. De voorbeden worden afgesloten met het Onze Vader gevolgd door de mededelingen en de zegen.
Alle vier vormen van vieren, liturgie, worden op vaste tijdstippen aangeboden in de H. Catharinaparochie.